Mijn kussen wordt koud. En als ik niets doe, zal mijn dekbed snel volgen. Ik hou er niet van dat mijn beddengoed me wakker maakt, maar het is beter dan de ouderwetse piepgeluiden en veel beter dan mijn moeder die me eraan herinnert dat we quality time hebben in dit gezin. Hoewel we allemaal geloven in het volgen van onze natuurlijke slaappatronen, zijn er grenzen. Over slaap gesproken, mijn informatiepaneel vertelt me dat ik weer een vreselijke nacht achter de rug heb. Alsof ik mijn paneel nodig heb om me dat te vertellen. Ik weet zelf wel ik nauwelijks heb geslapen afgelopen nacht, en de nacht ervoor.
Ik kijk naar mijn Gezondheidsmeter,
drie overlappende cirkels op de muur die mijn fysieke, mentale en sociale
gezondheid laten zien. Een ingewikkeld systeem gebaseerd op verschillende input.
Sensoren in mijn bed en andere dingen in mijn huis, nanobots in mijn bloed,
gesprekken met mijn therapeut, de AI én de menselijke versie daarvan, en ik
weet niet wat allemaal nog meer. Wat maakt het ook uit! Alles privé natuurlijk.
"Varna," begint mijn muur
het gesprek.
"Zwijg! Ik wil niet dat
iedereen het hoort!"
"Varna," schrijft mijn
muur, "je lijkt terug te vallen in je ongezonde patroon. Moet ik je
gegevens delen op het familiedashboard?"
"Nee," schrijf ik op de
muur, "ik ga wel met iemand praten, ik los het op."
Mijn cirkel voor sociale gezondheid
kleurt een beetje groener en verschuift van bijna alarmerend oranje naar een
tint dichtbij geel.
"Beloof het," schrijft
mijn muur. Ik bevestig het.
"Doe het vandaag!" Mijn muur
gelooft me niet echt, en ik weet dat hij zal controleren of ik dat echt doe.
Maar ik kan een beetje vals spelen door vanavond te zeggen dat ik echt met
iemand persoonlijk heb gepraat. Maar als dat zo is, moet ik een rapport
invullen en mijn moeder zegt dat ook dat therapeutisch kan zijn, zulke
denkbeeldige rapporten, zoiets als praten met je innerlijke zelf.
Wanneer ik de centrale kamer in ons
huis binnenloop, geeft mijn jongere zus me mijn ontbijt, wat echt lief van haar
is, maar ik heb geen honger. Mijn vader is druk bezig met iets repareren en
mijn moeder werkt aan haar rapporten, ze hebben allebei weer vroeg ontbeten.
"Hoi lieverd," groet mijn
moeder me, "weer een slapeloze nacht gehad?" Ondanks alle sensoren en
AI in ons huis is mijn moeder de meest gevoelige sensor van allemaal. Ik kan
nooit iets voor haar verbergen. Ze zou mijn Gezondheidsmeter toch niet gehackt
hebben, toch? Nee, waarschijnlijk niet, zo is ze gewoon, en dat maakt haar goed
in haar werk. Ze begrijpt en leest mensen op een subtiel niveau dat geen enkele
AI op dit moment kan doen.
"Nee, niet echt." Liegen
heeft geen zin tegen mijn moeder. "Maar ik zal vandaag met iemand praten,
maak je geen zorgen."
Natuurlijk maakt ze zich wel
zorgen, dat kan ik aan haar zien. Ze probeert het voor mij te verbergen omdat
ze weet dat ik niet wil dat ze zich druk maakt. Ze maakt zich veel zorgen sinds
ik in de puberteit ben gekomen en deze stemmingen heb. Momenten waarop ondanks
mijn liefdevolle familie, ons gezonde eten, mijn beschermde leven, alle energie
gewoon uit me weg lijkt te vloeien. En ik wil gewoon... ik weet het niet... ik
wil gewoon... niets... of misschien alles, alles tegelijk. En dan weer niets.
"Ah," zegt mijn moeder,
"oké. Echt waar?"
Ik knik ja. Ik ben blij dat ze het me
niet heeft laten beloven. Ze gaat weer aan het werk. Mijn vader kijkt me vanachter
een oud gebruiksvoorwerp dat ik niet herken aan en glimlacht naar me. Ik weet
dat ik ook met hem kan praten als ik dat wil, maar ik zwijg. Mijn zus is
begonnen met online school.
"Wil je vandaag met me mee
naar het schoolgebouw? Het kan leuk zijn om samen met een paar klasgenoten te
werken?" Ze probeert me op te vrolijken.
"Nee, vandaag niet, misschien
morgen."
Ik moet ook met mijn schoolwerk
beginnen. Met tegenzin eet ik mijn kom met groentesoep leeg, naar binnen
lepelend omdat ik weet dat het goed voor me is. Vroeger hield ik van deze soep.
Ik zit hier aan tafel en staar naar mijn lege kom. Ik vermijd omhoog te kijken
om te zien hoe mijn moeder worstelt om me niet onderzoekend aan te kijken. Soms
heb ik medelijden met haar patiënten. Er is geen manier om iets voor haar
verborgen te houden, maar ze is subtiel en dringt zich nooit op. Ze helpt
iedereen zo goed mogelijk om dat middelpunt van de drie overlappende cirkels
van hun Gezondheidsmeter naar groen te krijgen.
School. Veel scholen volgen het Ikigai-systeem.
Maar mijn moeder vond het belangrijk dat we het Dharma-systeem zouden volgen,
dat een beetje anders is. Omdat mijn moeder gelooft dat in een samenleving waar
iedereen een basisinkomen krijgt, dienen belangrijker is dan geld. Ik weet niet
welk systeem beter is, maar ik weet wel dat het leven relatief eenvoudig was
toen ik nog in de basistraining zat, net als mijn zus, en het hele concept
school gewoon een groot spel was om te spelen met je klasgenoten.
Maar nu... zoveel vragen!
Om de nieuwsgierige blikken van
mijn ouders te vermijden, sta ik op en zet mijn lege kom in de
schoonmaakmachine.
"Ik ga naar het holodeck,"
mompel ik. Mijn vader opent zijn mond om iets te zeggen en sluit hem dan weer.
Ik denk dat hij ging vragen of ik mijn schoolwerk ging doen, maar hij bedenkt zich.
Wanneer ik bijna de kamer uit ben, vindt hij zijn woorden.
"Varna! Wil je Cerberus
uitlaten?"
"Later..."
Cerberus is ons AI-huisdier en hij
heeft geen wandeling nodig, echt nooit... Hij is gewoon geprogrammeerd om ons
met grote smekende ogen aan te kijken en ons te vragen om hem uit te laten
omdat het gezond voor óns is om te wandelen. Hij heeft me als kind helemaal in
de maling genomen, maar nu weet ik wel beter. Hoe dan ook, het is misschien een
goed idee om Cerberus mee te nemen naar de holodeck, onze kamer vol met de
nieuwste media-gadgets, ontworpen om je overal te brengen waar je wilt zijn.
Hier kan ik praten met anonieme muren of zelfs rotsen, en ze zullen me
antwoorden. Of ik kan contact maken met mensen van over de hele wereld, op zoek
naar steungroepen om me te ondersteunen. Ik kan spelletjes spelen om mezelf te
trainen, spellen voor plezier, spellen voor sociaal contact. Ik kan "mijn
zintuigen oprekken en dingen ervaren die al het voorstellingsvermogen te boven
gaan", zoals de advertenties zeggen. Of ik kan gewoon in het midden op de
zachte vloer zitten en Cerberus in mijn schoot laten nestelen en me laten vragen
om zijn pluizige vacht te aaien.
En terwijl ik dat doe, begin ik te
praten. Cerberus is ontworpen om niet terug te praten, maar gewoon te reageren
met aanmoedigende geluiden. Ja, je kunt die geluiden programmeren naar je
voorkeur. We hebben de laatste tijd best veel van deze gesprekken gehad. En ik
schrijf later een rapport zoals ik aan de muur beloofd heb, die weer verbonden
is met mijn Gezondheidsmeter.
Wat het is met school tegenwoordig
is, hoe zal ik het beschrijven... het gaat allemaal over je voorbereiden op je
persoonlijke toekomst, over wie je wilt zijn in het leven... Wat zijn mijn
passies? Waar ben ik goed in? Hoe kan ik de samenleving van dienst zijn? Waar
geef ik om?...
Ik weet het serieus, echt niet. Ik
kan mensen lezen, maar niet zoals mijn moeder dat kan. Ik voel niet de drang om
mensen te helpen zoals mijn zus, noch de behoefte om dingen te repareren zoals
mijn vader. Ze zijn allemaal zo duidelijk over wie ze zijn, wat ze willen. Ik
niet.
Als kind liep ik graag weg, dat zou
een passie kunnen zijn, maar geen erg nuttige. Ik ben goed in... de verkeerde
dingen zeggen op het verkeerde moment en mensen irriteren. Ik geef om wilde
dieren, maar zie ze zelden. Hoe kan ik de samenleving van dienst zijn? Ik heb
geen idee. Ik voel me zo nutteloos, wie wacht er op mij? Ik houd ervan oude
boeken te lezen, maar dat lijkt een domme bezigheid voor een tiener.
Dus Cerberus, ik vertel dit je in
het grootste vertrouwen, twee dagen geleden op school spraken we over wat we
willen zijn, hoe je een persoonlijk leerplan kunt maken. Ik wist dat deze dag
zou komen en ik zag er tegenop. Ik bereidde me voor, ging naar school, de echte
school in het gebouw, omdat dit een belangrijke dag was. En voor de hele klas
vertelde ik dat ik eindelijk had ontdekt wat ik wil zijn.
"Ik wil ontdekkingsreiziger
worden."
De hele klas lachte, inclusief onze
coach.
"Er zijn geen ontdekkingsreizigers
meer," zeiden ze. "Er valt niets meer te ontdekken."
Maar weet je Cerberus, ze hebben
het mis! Er valt nog zoveel te ontdekken, ze hebben het gewoon nog niet gezien.
Ze hebben geen idee. Of misschien ben ik gewoon een idioot, misschien ben ik
een nutteloze dromer, net zoals ze zeiden.
Cerberus kijkt me aan vanuit mijn
schoot met zijn grote ogen. Schudt zijn hoofd van nee? Ben ik geen idioot? Hij
knipoogt. Soms is het net alsof hij me begrijpt. Natuurlijk begrijpt hij het, hij
is een AI. Misschien moet ik met mijn moeder praten? Cerberus schudt ja.
OK, ik zal met mijn moeder praten, binnenkort. Ja, ik zal het doen, maar niet vandaag.
Comments
Post a Comment